Wat je ook schrijft, hoe je ook schrijft, je toont altijd jezelf.

Normaliter schrijf ik niet over wat er tijdens schrijfsessies gebeurt, om twee redenen.


  1. Vertrouwelijkheid. 
Wanneer we samenwerken hebben een afspraak met elkaar: jouw verhalen zijn en blijven van jou, het is niet aan mij om ze te vertellen. 
Het is al kwetsbaar genoeg om je binnenwereld op papier proberen te krijgen en dit met iemand te delen. Het laatste waar je dan behoefte aan hebt, is om dit terug te lezen op internet.

  2. Angst voor kritiek. 
Je binnenwereld delen is kwetsbaar, dit kan ik niet vaak genoeg benadrukken. En alles wat iemand daarover opmerkt, kan al snel worden opgevat als ‘dit is niet goed‘ of minstens ‘dit zou anders moeten zijn‘. 

    Hoe zorgvuldig ik mijn woorden ook kies, je zal in mijn tekst ongetwijfeld kunnen lezen dat ik aanwijs wat er ‘niet goed’ is aan iemands verhaal. 
In een sessie kan ik opmerken wanneer die conclusie getrokken wordt, omdat iemand daardoor meestal dichtklapt of zich meer terugtrekt. En als ik dat merk, kan ik daarop reageren. In deze situatie kan ik dat niet. Wellicht is dit een derde bezwaar: mijn eigen angst voor miscommunicatie.

Maar ik erken ook de behoefte om vooraf iets meer beeld te hebben bij wat je kan verwachten. Of überhaupt wat ik eigenlijk doe (vind ik ook nog steeds best moeilijk uit te leggen).

Daarom geef ik je voor één keer een inkijkje. 
Ik heb overeenkomstige sessies in dit verhaal samengevoegd en vanzelfsprekend specifieke details veranderd, in het bijzonder de gebruikte beeldtaal – de essentie van het verhaal is gelijk gebleven. De privacy van de individuen is hiermee beschermd. Tegelijk geeft dit een goed beeld van een individuele sessie.


Autobiografisch schrijven wilde ze niet, had ze mij resoluut gezegd. Die verhalen kende ze wel en het verleden kan toch niet veranderd worden.

Daar had ze overigens groot gelijk in. Met terugkijken veranderen we niet het verleden, maar het heden. Om precies te zijn, hoe we nu op vroeger terugkijken.
Maar dat moet je willen, wil het effect hebben.
En zij wilde niet.

Wat ze wél wilde, was creatief schrijven. Een eigen sprookje, fictie. Kijken of ze dat kon.
Dit gebeurt vaak. Dat mensen mij opzoeken omdat ze willen kijken of ze verhaaltjes ‘kunnen’ schrijven. Ik werp niet langer tegen dat ik geen cursus verhalen schrijven geef, maar nodig enkel uit om een verhaaltje te schrijven. Meestal ontvouwt zich dan wel wat werkelijk de bedoeling is.

Ze schreef van een kleurrijk visje, dat vrij en blij door het water spartelde.
Ik merkte aan haar dat zij heel blij werd van dit beeld. Het type blijheid wanneer iets heftigs eindelijk voorbij is. En dat vertelde mij dat dit niet werkelijk het begin was van het verhaal.

Uiteraard kan een verhaal beginnen middenin een actie, of net nà een actie. Dus ik was benieuwd wat er volgde. Of die blijheid context zou krijgen, waardoor ik mee kon voelen waar het vandaan kwam.

Dat gebeurde niet.
Daarmee gaf haar verhaaltje een duidelijk beeld. Ze was zó vastbesloten alleen maar te schrijven over waar zij blij van werd, dat ze alles op afstand hield wat haar niet blij maakte. Ook haar visje mocht niets overkomen, het mocht alleen maar blij zijn. En daarmee wees ze onbewust precies naar haar pijn, als een kompas dat naar het zuiden wijst.

Ik moest denken aan het moment uit Finding Nemo, toen Nemo’s vader besefte dat zijn drang om zijn zoontje te beschermen was doorgeslagen. Dat hij, al zijn goede bedoelingen ten spijt, Nemo isoleerde en weerhield van leven.

Dit legde ik haar voor.

Stapje voor stapje kwam ze ertoe om het visje terug te laten zwemmen naar de plek waar het niet naartoe wilde. De plek waar het visje zo blij over was dat het er weg was.
Ze heeft mij niet hoeven vertellen wat die plek was; dat zij het wist, was voldoende.

Hadden we na die anderhalf, twee uur een ‘mooi’ verhaal?

Ja en nee.

Nee, omdat de boodschap van het verhaal nog niet helder was. Daarmee bedoel ik: ze had haar worsteling met dit thema nog niet dusdanig afgerond om anderen erover te kunnen vertellen. Wanneer je buiten je eigen kring van intimi een verhaal vertelt/ publiceert, geef je iets. Zij had zelf binnen dit thema nog te veel nodig om al te kunnen geven.

Ja, omdat het verhaal betekenis had voor haar. Ze zag zichzelf steeds beter in haar schrijven, haar eigen overtuigingen en waar die toe leidden. Welke mogelijkheden ze daardoor zag, met het besef dat er nog een heleboel mogelijkheden waren die ze nog niet zag. En dat ze het verhaal met zich mee kon dragen en blijven veranderen.

Dit rijpingsproces vraagt tijd en geduld. En als het dat krijgt, dan kan er op een dag een heel mooi verhaal geboren worden, dat de wereld heel veel geven kan.

Maar aan de wieg van zo’n verhaal staat een mens dat zichzelf beter heeft leren kennen. 

Misschien vind ik dat nog wel veel mooier.