‘Pijn is tijdelijk, roem is voor eeuwig’
staat er op zijn T-shirt. In het Engels.
Lang nadat hij mij gepasseerd is, denk ik nog over die tekst na.
Aan wat voor soort pijn zou hij gedacht hebben?
Van welke soort pijn is het voor hem logisch dat die gekoppeld is aan roem?
Eeuwige roem zelfs. Dat is nogal wat. Hoe ziet dat er voor hem uit? Waar denkt hij dan aan?
En wat maakt dat die koppeling van pijn en roem voor hem zo logisch is?
Ik had hem graag gevraagd naar de context. Naar het verhaal achter die boodschap. Wat maakte dat hij die boodschap herkende, en ervoor koos die boodschap uit te dragen.
Wat hij weet, dat ik nog niet weet.
Want ik krijg er geen sluitend beeld bij.
Een boodschap zonder context is een losse flodder. Het raakt niet.
Het laat je toehoorders achter met vragen, die ze in het ergste geval niet stellen, maar (ongemerkt) opvullen met hun eigen associaties. Waardoor ze dénken dat jij X gezegd hebt, terwijl je met een beetje pech juist precies het tegenovergestelde bedoelde.
De boodschap is de conclusie van iemands levenservaring. Het focuspunt van de verhalenverteller. ‘Ik ga jullie vertellen dat pijn tijdelijk is, maar roem voor eeuwig.’
En dan begint het verhaal. Opdat de toehoorders kunnen volgen waarom dat zo is.
Ze moeten het zelf kunnen zien, horen en bovenal voelen. Dan en alleen dan heeft een boodschap kans om over te komen zoals jij hem bedoeld hebt.
Als het een universele boodschap is, kan het zelfs veel meer worden dan de som der delen.
Dit gebeurde met de filmklassieker ‘It’s a wonderful life‘ (1946). Deze film laat ons zien dat we niet altijd onze dromen kunnen najagen, maar dat dit niet betekent dat ons leven een mislukking is. Integendeel.
Nu ik erover nadenk, misschien is deze tijd weer een goed moment om ons dit verhaal te herinneren.
Ik denk dat ik maar een T-shirt ga maken met de tekst:
‘Kijk de film ‘It’s a wonderful life.’