‘Je ziet zo veel meer, wanneer je niet begint met denken wat je vindt.’

Aldus een docente Nederlands over poëzie.
Normaliter niet zo haar ding, maar na een workshop erover merkte ze dat ze veel meer uit gedichten haalde wanneer ze de vraag ‘wat vind ik ervan’ oversloeg.
Gewoon beginnen met ontleden. Blanco erin duiken en gaandeweg zien wat je allemaal tegenkomt.

Ik herken dit.
Wanneer je begint met bepalen wat je ergens van vindt, kom je daar nooit meer echt los van. Je gaat (onbewust) zelfs zoeken naar bewijsstukken voor je mening.
Soms is dat precies wat iemand nodig heeft; het gevoel ‘zie je wel, ik had al die tijd gelijk’. Dan gebruik je verhalen om je zelfvertrouwen een zet te geven en dat is ook zeker wat waard.

Mijn streven is echter om te leren van verhalen, opdat ik meer kan zien dan wat ik aanvankelijk zag.
Daarvoor lees ik het verhaal eerst. Alles wat ik al denk te weten, parkeer ik.

Na het lezen begint het uitpluizen. Ik noteer dingen die mij opvallen. Dingen die de verteller veel nadruk geeft. In het geval van de Zwaneridder werd ‘zilver’ heel vaak genoemd. In versie 1 van The Gingerbread Man was dat het woord ‘klein’.
Als je begint met bepalen wat je zelf interessant vindt, kan je zulke signalen missen. Dan ga je (onbewust) ergens naar zoeken.
Mijn focus ligt op luisteren naar wat het verhaal probeert over te brengen.
Los van wat ik ergens van vind, los van of ik het ermee eens ben.
In het sprookje van Roodkapje wordt de moeder opgevoerd als personificatie van een onverbrekelijke band met louter zuivere intenties. Lang niet iedereen zal het met dat beeld eens zijn. En dat hoeft ook niet. De vorm is maar een middel. Voor de oorspronkelijke vertellers van dit verhaal was dat het best passende beeld om over te brengen wat ze wilden zeggen.
Wie dat beeld niet past, kiest een ander. Zo simpel is het.

Het omgekeerde is ook altijd waar
Voor ieder verhaal is een tegenpool te vinden. Er is geen boodschap die altijd en overal waar is. Anders zouden we genoeg hebben aan een handjevol verhalen.
In het ene verhaal wordt afwachtendheid gepredikt, terwijl je in een ander verhaal juist aangespoord wordt om direct tot actie over te gaan.

Waar wél universele waarheid ligt, is in het onderliggende thema, dat vorm overstijgt. Chief Storyteller Brian McDonald noemt dit het Gouden Thema: we zijn allemaal hetzelfde.
Leven is voor ons allemaal ingewikkeld. Niet op precies dezelfde manier en niet op dezelfde gebieden. Maar als we ons alleen focussen op de verschillen in vorm, missen we de universele waarheid eronder. Dat wat ons met elkaar verbindt.

Toen ik jaren geleden als co-trainer meeliep met een van mijn leermeesters, vertelde hij mij dat bij iedere nieuwe groepzijn oude twijfels en onzekerheden weer de kop opstaken. Pakweg 40 jaar ervaring en een autoriteit zijn in zijn vakgebied maakte daarin geen verschil.
Misschien vertelde hij mij dit omdat hij zichzelf in mij herkende. Mij duidelijk wilde maken: we zijn hetzelfde.

Ik vertel dit op mijn beurt aan jou: we zijn hetzelfde.
Ieder verhaal opnieuw twijfel ik. Ik twijfel of ik het wel kan verstaan, of ik iets zinnigs erover zal kunnen schrijven. Wie ik denk dat ik ben, om dit te doen.
Dat gaat niet over. Hooguit kan ik zeggen dat ik leer ermee te leven. En zelfs dat gaat het ene moment beter dan het andere.

Wacht niet tot het makkelijker wordt. Makkelijk ligt altijd achter je.
Begin gewoon. Parkeer wat je vindt en kijk wat je tegenkomt.
Je ziet zoveel meer, wanneer je niet begint met denken wat je vindt.