‘Vooral dat laatste sprookje [Doornroosje] vind ik gruwelijk. In het origineel komt de prinses helemaal niet aan het woord, zij ondergaat alleen.’

Aan het woord is Elisabeth Lucie Baeten, auteur van een recent verschenen boek waarin klassieke sprookjes herschreven zijn.
In haar versie staat de boodschap centraal dat je alles kan worden wat je maar wilt. Haar Doornroosje zit dan ook vol plannen, neemt te veel hooi op haar vork en beslist uiteindelijk zelf wanneer ze rust moet nemen.

In het zesjarige bestaan van De Sprookjessmid heb ik nog nooit iemand horen zeggen dat Doornroosje zijn of haar lievelingssprookje is. Ik hoor met de jaren zelfs de afkeer toenemen.
Assepoester, Sneeuwwitje of Roodkapje worden meestal als favorieten betiteld. Toch is Doornroosje ook een van de klassiekers. Vanwaar dan die toenemende afkeer?

Het sprookje van Doornroosje heeft een probleem
Verhalen worden doorverteld met een heldere focus op de boodschap.
Doorgaans.
Bij Hans en Grietje gaat het om zorgen voor elkaar, bij Roodkapje om leren herkennen welke stemmen alleen uit eigenbelang spreken.
Maar ik vermoed dat bij Doornroosje de focus van het verhaal geleidelijk aan verwaterd is. En ik zal je uitleggen waarom ik dat denk.

In het kort
Doornroosje begint vergelijkbaar met het sprookje van Sneeuwwitje: er wordt sterk verlangd naar een kind, maar lange tijd blijft een zwangerschap uit.
Op een dag is de koningin aan het baden in de vijver, als plots een kikker naast haar op het land kruipt en voorspelt dat ze dat jaar nog een dochtertje zal krijgen.

Dan verschuift de focus naar de vreugde van de koning, wanneer hij inderdaad eindelijk vader is geworden. Hij organiseert een groot feest voor iedereen.
En dan komt het: hij nodigt niet alle dertien feeën in zijn koninkrijk uit, omdat hij maar twaalf gouden bordjes had. Eentje moet daarom thuisblijven.
Het gaat om dertien feeën, die kennelijk allemaal gelijk zijn. Degene die zo kwaad wordt, wordt mede door Disney hekserig afgeschilderd, maar ze was een fee, net als alle andere feeën.
We weten wel dat er veel meer achter dit voorval zit, want zou een koning werkelijk niet een extra gouden bordje kunnen laten maken? Het moet ergens symbool voor staan, maar het komt niet terug om duidelijkheid te verschaffen. En dan blijft het speculeren.

Uiteraard wordt de dertiende fee woest om dit gebrek aan respect en verstoort het feest door Doornroosje te vervloeken.
Haar wraak is gericht op de koning, die haar niet uitgenodigd had. Doornroosje is zogezegd slechts het lijdend voorwerp. De fee gebruikt het kind om de koning het diepst te raken.

En dit is mijn punt: het sprookje van Doornroosje gaat niet over Doornroosje.

Het grootste bezwaar wat meestal geuit wordt op dit sprookje, is dat Doornroosje zo passief is. ‘… zij ondergaat alleen.’
Klopt. Dat doen bijfiguren vaker.
Dit sprookje had helemaal niet naar haar genoemd moeten worden, want het schept verkeerde verwachtingen, zoals wel blijkt. We verwachten iets van Doornroosje, gaan ervan uit dat zij de heldin is van het verhaal. 
Het pijnpunt in dit sprookje zit echter bij de koning. Doornroosje wordt vervloekt om hem te straffen. Híj heeft de dertiende fee geschoffeerd. Híj is degene die iets zou moeten doen om dit te herstellen. Híj heeft iets te leren.

Maar er springt een andere fee tussen, die het sterven afzwakt tot honderd jaar slapen. Waarom eigenlijk zo lang? En hoezo viel haar hele omgeving ook in slaap, want dat werd niet door de feeën gezegd; Doornroosje was degene die zou sterven en Doornroosje was degene die honderd jaar zou slapen.
De koning laat nog alle spinnewielen in zijn rijk verbranden en dat is het laatste dat we van hem te zien krijgen. Daarna volgen we Doornroosje.

Patchwork
Een sprookje dat zoveel vragen oproept en weinig tot geen beantwoordt, is patchwork. Verschillende lapjes en de steken waarmee ze zijn vastgenaaid zijn te zichtbaar om in het verhaal op te gaan. Daarom vermoed ik dat te veel vertellers aan dit verhaal hebben toegevoegd en weggelaten. Dat al doende de focus kwijtgeraakt is. Met als gevolg: het sprookje biedt ons geen heldere boodschap (meer).

Wat dit sprookje in deze vorm aantoont, is misschien dat alles wat de eerste generatie niet opruimt, op rekening komt van de generaties na hen?
Maar het toont ons niet hoe dit opgelost kan worden.
Doornroosje was het symptoom van iets waar haar vader de bron van was. Dus dat de prins (die ook een beetje uit de lucht kwam vallen) Doornroosje deed ontwaken, was slechts symptoombestrijding. Fijn voor ze dat ze elkaar vonden, maar daarmee is het verhaal niet rond.

Hierna zouden we terug moeten keren naar de koning, zodat hij kon doen wat hem nog te doen stond. Maar dat gebeurt niet. Zodra iedereen ontwaakt, wordt nog een regeltje gewijd aan dat Doornroosje en de prins trouwen en nog lang en gelukkig leven. Einde. De koning en koningin komen niet eens meer aan bod.
Maar dit is niet het einde. Want de angel zit er nog. Er is geen les geleerd. De dertiende fee en de koning hebben zich niet met elkaar verzoend. Ze hebben elkaar niet meer gezien of gesproken.

Met het veranderen van de tijdgeest en toenemend besef van hoe alles met elkaar verbonden is, vermoed ik dat we de manco’s in dit sprookje steeds beter zijn gaan zien.
Het uit zich als irritatie over de passiviteit van Doornroosje, maar in feite ergert het ons dat dit sprookje niet doet wat verhalen horen te doen: ons informatie bieden om te (over)leven. Op fysiek, emotioneel of spiritueel niveau.

Als jij met deze kennis het sprookje zou mogen herschrijven, hoe zou jouw versie gaan?
Post het op Instagram en tag mij @de_sprookjessmid – ik ben heel benieuwd!