
Magie is de verzamelterm voor
‘dit begrijp ik niet‘
Magie wordt vaak afgedaan als ‘onmogelijk’ of ‘onrealistisch’.
Toverkunst. Je doet iets en je publiek kan niet volgen hoe je dat gedaan hebt.
Als je goochelaar bent, is dit wat het merendeel van de mensen van je verwachten.
Ze willen niet weten hoe je het hebt gedaan, dat is de hele kunst. Ze geven je hun volste toestemming om ze recht in de ogen te kijken en tegen ze te liegen. Een kijkje achter het gordijn zorgt alleen maar voor teleurstelling.
Magie is de verzamelterm voor ‘dit begrijp ik niet‘.
Als je echter een verhaal vertelt, kom je zelden weg met te veel magie.
Een van de verhaalwetten van Pixar luidt: je mag toeval/magie gebruiken om personages in de problemen te brengen, maar ze mogen er niet door toeval/magie weer uitkomen.
In storytelling heet dit ‘Deus ex machina’, letterlijk ‘God uit de machine’.
Een uitzichtloze situatie wordt in een oogwenk opgelost door goddelijke interventie. Een vingerknip, een zwaai met de toverstaf en ze leefden nog lang en gelukkig.
Magie is in goede verhalen soms het begin van alle ellende en hooguit geeft het halverwege een zetje in de goede richting. Maar het is nooit de oplossing.
De reden hiervoor is simpel: verhalen dienen om ons te helpen hoe te (over)leven. Als niet duidelijk wordt hoe het probleem opgelost is, is er geen informatie om te (over)leven voor de toeschouwers. En daarmee is er geen reden om het verhaal te vertellen.
In Disney’s De Kleine Zeemeermin gaf koning Triton zijn dochter Ariël aan het eind benen, maar dit was geen Deus ex machina. Ariël had een hele ontwikkeling doorgemaakt, en haar eigen probleem al opgelost.
Van begin af aan verlangde ze namelijk naar de vrijheid om haar eigen keuzes te maken. Ze had haar stem opgegeven om van de zeeheks benen te krijgen, maar ontdekte dat dit haar niet vrij maakte om haar eigen leven te leiden. Vrijheid was dan ook waar ze voor vocht, samen met prins Erik en al haar zeevrienden. Het verslaan van de zeeheks, het symbool van gevangenschap en onderdrukking, dàt was de oplossing.
In het meer symbolische: Ariël had laten zien dat ze volwassen was geworden, op eigen benen kon staan. En daarmee had ze haar benen verdiend.
Storytelling in je eigen leven
Hoe je een zelfgeschreven verhaal ‘oplost’, of welke bestaande verhalen je voorkeur hebben, geeft een inkijkje in hoe je zelf in het leven staat.
Daarvoor een zeer korte schets ontwikkelingspsychologie.
Als pasgeborene wenden we ons tot onze ouder(s)/verzorger(s) voor alles wat we nodig hebben. Onze eigen Deus ex machina. Wat we ook nodig hebben, als bij toverslag verschijnt het. (Of niet.)
Rond een jaar of twee krijgen we ons eerste ik-besef; we zijn niet langer volkomen hulpeloos en afhankelijk. We hebben zelf macht en invloed op onze wereld.
We ontdekken onze eigen magie.
Dit ik-besef komt gedurende ons leven en onze ontwikkeling in steeds krachtigere golven. Wat we gekregen én gemist hebben, stuurt ons. Doet ons hopen op een wonder, of rondkijken naar wegen om te bewandelen. En het maakt dat we sommige wegen wel en andere wegen niet zien. (Wil je meer weten over hoe jij weerspiegelt in je (favoriete) verhalen? Kom een keertje samen verhalen(f)luisteren.)
Verhalen helpen ons bij onze persoonlijke ontwikkeling. Ze helpen ons tot meer evenwicht te komen. Helpen ons de paradox te zien dat we enerzijds niet zonder anderen kunnen, en tegelijk dat we niet gered hoeven te worden.
Goede verhalen tonen ons dat we zélf magie hebben. Soms weten we heel goed hoe we iets doen, soms weten we het zelf ook niet helemaal. Maar een sprankje ‘dit begrijp ik niet‘ is helemaal ok.
Magie is het snufje zout in je karamel. Het maakt het spannend.