
Je waarom is geen keuze,
het was bittere noodzaak
Er zijn verschillende modellen, theorieën en methodieken die gebruikt worden om mensen verhalen te laten vertellen. Of, ruimer gesteld, om al dan niet in groepsverband een proces te doorlopen.
Modellen en theorieën kunnen zeer verhelderend werken, maar gebruik ervan is niet zonder risico.
Zoals Joop Boukes, gepensioneerd expert in dialoog, schrijft:
“Wanneer ik afwijk van waar de groep mee bezig is ervaar ik snel dat de zo belangrijke gelijkwaardigheid verdwijnt of in ieder geval minder wordt. Ik ben me bewust dat modellen, methodieken, etc. richtlijnen zijn, maar mijn ervaring is dat ze snel vervallen tot paden die je dient te bewandelen om tot succes te komen.”
Bekend voorbeeld van zo’n populair model is the golden circle van Simon Sinek.
Voor een opfrisser, vind je hier in het kort zijn uitleg (Nederlands ondertiteld).
Samengevat houdt dit model in dat je begint met waarom je doet wat je doet, vervolgens vertelt hoe je dit doet en eindigt met wat je doet.
‘Dan neem je mensen echt mee in je verhaal,’ zo hoorde ik laatst iemand zeggen.
Nou… nee.
Het is geen simpele invuloefening. Want dat krijg je wanneer je mensen vraagt naar waarom, hoe en wat; ze beginnen hun zinnen braaf met die woorden.
‘Waarom ik werk X doe? Omdat ik het hartstikke leuk vind om te doen.’
‘Hoe ik het doe? Nou eh, ik doe zus-en-zo.’
‘Wat ik doe? Daar begon ik eigenlijk al mee hè.’
Stel dat jij ook in een situatie belandt waarin dit model op tafel komt.
Hoe benut je the golden circle dan op zo’n manier dat je iemand wérkelijk meeneemt in je verhaal?
1. Parkeer het woord waarom. Ik ben niet tegen dit vraagwoord an sich, maar het doet een appèl op je denken. Daarmee ga je zoeken in jouw bestaande wereldbeeld. Wat niet per se helpt om te zien wat je nog niet ziet.
Waar je werkelijk te graven hebt, is in je gevoelslagen. Dat is een heel andere zoekopdracht.
Vraag jezelf daarom het volgende: Wat heb ik gemist in de wereld, wat maakte dat ik ging zoeken?
(Een zoektocht waardoor ik weer talloze keren mijn neus gestoten heb, waardoor ik mij vaak eenzaam en machteloos gevoeld heb.)
Geen ‘leuke’ vraag, klopt. Je waarom is ook geen keuze, het was bittere noodzaak.
Als je dàt gevoel kan overbrengen, al is het maar met een paar woorden, herkennen mensen zichzelf. Je herinnert ze aan wat ze zelf ook voelen, maar waar ze niet naartoe durven. Jouw openheid werkt helend. Je maakt het veilig om te voelen. Je vertelt ze dat ze niet alleen zijn.
Houd je het cognitief, dan verbind je niet. En neem je mensen dus ook niet mee.
2. Je hoe staat niet los van je gemis, het is er een logisch gevolg van. Het vloeit voort uit jouw gevonden remedie tegen je pijn. Aanvankelijk was het je overlevingsmechanisme, dat jou een heel unieke specialisatie heeft opgeleverd.
Je hoe is je informatie om te (over)leven. ‘Dit was mijn wond, en zo heb ik het behandeld.’
Maar daarvoor moet je dus wel durven tonen wat je wond was.
3. Je wat vloeit weer voort uit je remedie. Je toont het resultaat van je remedie, hoe je leeft met je pijn. Dit is wat de buitenwereld ziet wat je doet. Financieel advies, coaching met paarden, een cursus tekenen.
En in dit laagje verloochen we onze pijn het meest. Hier kunnen we zo eenvoudig doen alsof er nooit een wond bestaan heeft, dat we het op bewust niveau ook werkelijk vergeten. We kunnen ons verstoppen achter diploma’s, certificeringen en gewonnen prijzen.
Totdat de verdrongen schaduw te veel gaat knagen. En dan zijn er de sjamanen, in vele vormen, om je te helpen herinneren wie je werkelijk bent.
Dit is het, de gouden cirkel.
Hiermee is ook meteen duidelijk waarom dit zo moeilijk is. Waarom het zo vaak een invuloefening blijft.
En ja, dit is ook wat ik bedoel met Vorm vloeit voort uit Inhoud.
Over de foto van de gouden cirkel
Nog een manier om je eigen gouden cirkel te vormen

Deze foto geeft drie generaties weer.
De ‘waarom’ is de grootouder, die de bron van pijn in zich draagt en onbewust (en zeker onbedoeld) heeft doorgegeven. Maar het sijpelde door in alle handelingen, onder meer in waar wel en vooral níet over gepraat mocht worden.
De ‘hoe’ is de ouder, die een manier heeft gevonden om zich aan te passen aan het verzwegen trauma.
De ‘wat’ is het kind, dat de uitkomst toont van de pijn en hoe daarmee binnen de eigen omgeving wordt omgegaan.
Vormen zij geen cirkel, dan vraagt het verhaal nog wat aandacht.