
Wat maakte dat deze oude verhalen nog altijd zo herkenbaar en invoelbaar waren?
Ik zal een jaar of zeven geweest zijn toen ik stuitte op de Griekse mythologie. Het was direct anders dan mijn ontdekking van de Egyptische oudheid daarvoor. Heel anders. Deze godenwereld voelde vertrouwd, eigen. Niet zo op afstand als de Egyptische godenwereld. Dit lééfde voor mij.
Misschien begon die liefde al veel eerder. Ik ben geboren aan de Ceresakker – Ceres is de Romeinse naam van de landbouwgodin Demeter. Misschien stonden zij en andere god(inn)en aan mijn wieg en voelde het daarom zo vertrouwd.
Ik las alles wat ik kon vinden over de Griekse mythologie – dat is behoorlijk wat, en daar was ik jarenlang zoet en tevreden mee.
In de brugklas kregen we een periode les over de Griekse/Romeinse oudheid. Maar na dat korte moment van blijdschap, voelde ik vooral teleurstelling. Ik wilde meer dan alleen maar een handjevol godennamen en hun takenpakket moeten reproduceren. Ik wilde leren wat maakte dat deze oude verhalen na duizenden jaren nog altijd zo herkenbaar en invoelbaar waren.
Voor het eerst bekroop mij een gevoel van afstand tot mijn zo geliefde onderwerp. Ik voelde dat er veel meer te ontdekken was, maar wist niet wat precies, noch hoe ik daar achter kon komen.
Jaren later, op de lerarenopleiding Geschiedenis, kwam het onderwerp Griekse/ Romeinse oudheid weer aan bod. Uiterst summier, deze keer zelfs zonder dat de mythologie genoemd werd.
Weer voelde ik diezelfde steek van teleurstelling.
Gelaten besloot ik mij er maar bij neer te leggen dat wat het ook was dat ik zocht, ik het niet zou vinden. Als het bij deze studie niet aan bod kwam, waar dan wel?
2016. Ik zit in mijn derde studiejaar Psychosociale Begeleiding.
Een van mijn leermeesters, Ko Vos, is onder meer gespecialiseerd in Jungiaanse therapie en doet regelmatig visualisaties met ons.
Bij een van de trainingsdagen laat hij ons weer onze ogen sluiten en leidt ons met zijn woorden naar diverse krachten binnenin. Tot mijn grote verrassing doet hij dat deze keer met behulp van archetypische beelden vanuit de Griekse mythologie. Goden en godinnen.
Het voelt voor mij als een vreugdevol weerzien met oude vrienden die ik veel te lang niet meer had gezien. Tegelijk is het een hernieuwde kennismaking, waarbij ik ze heel anders ervaar dan in de jaren ervoor.
Blij hoor ik na afloop dat mijn studiegenoten de visualisatie ook heel sterk hebben ervaren, terwijl zij geen van allen vertrouwd zijn met de Griekse mythologie.
Een tinteling gaat door mij heen; heb ik hier gevonden wat ik al die jaren tevergeefs bij de historici heb gezocht?
Er blijkt veel geschreven te zijn over de Griekse mythologie in het licht van de Jungiaanse psychologie. Het werk van Jean Shinoda Bolen geldt als een van de standaardwerken op dit gebied.
Ondanks mijn aanvankelijke vreugde en dankbaarheid, merk ik een reserve bij mezelf wanneer ik haar boeken lees. Het is in de richting die ik zocht, maar gevoelsmatig toch nog een flink eind er vanaf.
Ik heb er vooral moeite mee dat mijn oude vrienden gebruikt worden als een soortement van psychisch label. En dat ze doet voorkomen alsof vrouwen enkel godinnenkrachten in zich hebben, en mannen enkel godenkrachten.
Hoewel er een heel nieuwe wereld voor mij is opengegaan, mijn zoektocht is nog (lang) niet ten einde.
Volgende week meer over het groeiproces van de Kompasreeks.