
In verzameltermen beschouwd
heb ik haar compleet vernield.
‘Veel kijkplezier met je pop,’ schreef de verkoper.
Toegegeven, het was inderdaad een prijzige pop. Geen speelgoed, maar een verzamelobject. Een Fashion Royalty van fabrikant Integrity Toys, met kleding die ontworpen is door een heuse modeontwerper, Jason Wu. Ik heb zelf geen kleding in mijn kast hangen die in die categorie valt. Natuurlijk laat je zo’n pop keurig netjes in de doos. En ga je er alleen naar kijken.
Ik heb haar dus uitgepakt. Uiterst voorzichtig alle lintjes en plasticjes verwijderd. Er alle tijd voor genomen. En heel goed opgelet dat ik geen haaltjes aan mijn nagels had, waarmee ik dan direct een ladder zou trekken in haar haute couture outfit. Dat zijn van die dingen die ik namelijk doe, vooral wanneer ik juist extreem voorzichtig probeer te zijn. Dan word ik uit nervositeit bizar onhandig.
Een van de grote nadelen van de Fashion Royalty poppen is dat hun lichamen verkleuren. Zo ook deze. Haar romp was gelig geworden, terwijl haar ledematen dezelfde oorspronkelijke kleur hadden als haar hoofd. Nu vond ik haar hoofd toch het mooist, daarom besloot ik tot een transplantatie.
Vrijwel al mijn poppen zijn zogeheten hybrides; hoofdje van de ene pop plaatsen op het lijf van de andere, et voilà, je hebt het beste van twee werelden. Op die manier maak ik mijn eigen modellen die kunnen poseren. Inmiddels draai ik mijn hand daar niet meer voor om.
De huidskleur van het hoofdje van de Fashion Royalty (ze heet Veronique Perrin) bleek een perfecte match met het lijfje van de eerste curvy yoga Made to Move Barbie van Mattel.
Ik vond een curvy lijfje ook wel zo toepasselijk; het Fashion Royalty lichaam was namelijk akelig mager, mijn oma zou direct bezorgd gezegd hebben: ‘Kind, je moet wel goed eten hoor.’
Dus Veronique zou van mij wat realistischere, gezondere vormen krijgen. Dat zou haar goed doen.
Het blijkt dat die Fashion Royalty poppen écht niet bedoeld zijn als speelgoed. Ook niet stiekem een heel klein beetje. Ze kunnen niks hebben.
Ik haalde eerst het hoofdje van de curvy Barbie eraf, was zo gepiept. Toen het hoofdje van Veronique. Toegegeven, dat lag er ook zo af. Afgebroken, welteverstaan. En toen kon ik niet meer terug, zelfs al had ik gewild.
Mattels Barbiepoppen hebben hoofdjes die flexibel zijn, wat een transplantatie heel eenvoudig maakt. Je maakt ze een beetje warm met een föhn (altijd richten op de onderkant, nooit op het haar, dan beschadig je het haar of de lijm smelt) en dan haal je het hoofdje zó van de kophouder af.
Veronique had echter een hard hoofd. Gaf totaal niet mee. Werd ook met warmte niet veel flexibeler. Haar lijf bleek tot overmaat van ramp van dat soort plastic te zijn dat niet alleen niet meegeeft, maar ook direct knapt als je er een beetje kracht op uitoefent. De nek brak en toen had ik een los hoofdje met daarin nog de kophouder. Dat was onhandig, want zo kon ik haar ook niet op het nieuwe lijf plaatsen. Dan werd het wel heel vol in die kop.
Ik heb een hele tijd zitten peuteren met pincetten, maar die kophouder liet zich niet eruit halen. Uiteindelijk heb ik de kophouder van het Barbielijf ingekort, toen paste het gelukkig wel. Met een paar elastiekjes eromheen was het ergste wiebelen van haar hoofd verholpen. Het gewicht van haar haarbos maakt wel dat ze permanent haar hoofd fier omhoog houdt. Maar dat mag. Ze is en blijft tenslotte van hoge komaf.
En zo heb ik een curvy Veronique, die volledig poseerbaar is en waar ik met veel plezier foto’s van maak. In verzameltermen beschouwd heb ik haar compleet vernield. Voor mij is ze nu pas interessant en tot leven gekomen.
Grappig hoe dat werkt.

Dit is een goed voorbeeld van een verhaal dat past in de Kompasreeks, waar ik momenteel de laatste hand aan leg.
In de westelijke windrichting gaat het bij uitstek om creëren en vernietigen – en dat het soms een verbazingwekkend dunne lijn daartussen is.
Wil je een seintje krijgen wanneer de reeks af is? Schrijf je dan in voor mijn Nieuwsbrief en/of BlogBrief. Dan weet je zeker dat je niets mist.